De Europese Commissie heeft de WLTP-testprocedure voor nieuwe wagens aangescherpt, na beweringen over constructeurs die knoeien met de tests om hun CO2-niveau te laten stijgen.
Onder druk van de lobbyisten van Transport & Environment onthulde de Commissie al enkele maanden geleden dat ze over bewijs beschikt dat het bedrog van verschillende constructeurs bij de WLTP-tests bewijst. Zo zouden ze de Start/Stopfunctie desactiveren, de schema’s voor het schakelen veranderen en Sportmodus gebruiken in plaats van de Ecostand.
Hierdoor verbruiken de wagens meer brandstof en – als gevolg daarvan meer CO2. Maar waarom zouden de constructeurs zich aan zulke praktijken bezondigen volgens de Commissie? Antwoord: door vandaag artificieel de emissies te verhogen, hopen ze hun toekomstige reductiecijfers makkelijker te bereiken.
Een “robuustere” reglementering
De nieuwe reglementering voor de tests, die in februari in voege trad, verplicht de constructeurs om alle technologieën die het terugdringen van de uitstoot mogelijk maken (Start/Stopfunctie etc) te activeren en de Ecomodus in plaats van de Sportstand te gebruiken.
De ACEA, de organisatie die de automobielconstructeurs op de Europese markt vertegenwoordigt, verwelkomt de aanscherping van de regels. Deze modificaties maken de testprocedure “nog robuuster en verhinderen elke vorm van manipulatie va de test”, aldus de ACEA in een persbericht.